Grote zaal

Achtung! Spielplatz!

4 juli – 2 augustus 2020

Van 4 juli tot en met 2 augustus is de tentoonstelling Achtung! Spielplatz! te zien in de Vishal. Deze tentoonstelling onderzoekt de analogie tussen kunst maken en spelen.

Claude Levi Strauss stelde, dat kunstenaars een bepaalde mate van spelen moeten beheersen, in staat zijn op toeval te anticiperen en deze elementen kunnen samenbrengen in het maken van hun werk. Alleen dan zou er werkelijke kunst ontstaan. Een negental kunstenaars toont sculpturen, die elementen van spel bevatten. De tentoonstelling geeft een frisse blik op hedendaagse beeldhouwkunst en speelt zowel met de mogelijkheden van de ruimte als met de onderlinge verbanden, die tussen de objecten ontstaan. Daarbij worden de grenzen van het medium opgezocht, tussen 2D en 3D, object en performance, kunst en gebruiksvoorwerp, de fysieke en de virtuele wereld. De werken lopen uiteen, maar alle kunstenaars delen een liefde voor het experimenteren en het maken van sculpturen.

Caz Egelie (NL, 1994) maakt sculpturen, performances en 3D-animaties. Zijn brede, multidisciplinaire oeuvre zit vol met kunsthistorische verwijzingen en individuele werken refereren aan elkaar. Caz houdt zich bezig met institutionele kritiek vanuit de positie van de nar (jester), wat resulteert in ‘institutional jest’.

Cecilia Rebergen (NL, 1991) hanteert een werkmethode, die begint met rigide controle en eindigt in vrolijk vandalisme. Elke vervorming laat haar eigen sporen na en door buigen, pletten, verkreukelen, verbranden, laten vallen, smelten en afbinden vloeien patronen over het materiaal, dat zojuist een worstelwedstrijd heeft doorstaan.

Esther Brakenhoff (NL, 1974) onderzoekt in haar werk de waarneming en interactie van de mens met de wereld om zich heen. Ze maakt hierbij gebruik van geografische en technische beeldtalen. Naast het visuele, benadrukt ze ook andere zintuiglijke waarnemingsvormen zoals tast en geur.

Vertrekkend vanuit wetenschappelijke en natuurkundige feitelijkheden, die op algemene waarheden berusten, vindt Ian Paul de Ruiter (NL, 1980) middels de kunst een niche die het zogenaamde magische denken ruimte biedt. Om tot zijn beelden te komen gebruikt hij doorgaans geofysische ‘materialen’. Denk daarbij aan licht, kleur, wind, beweging, zwaartekracht, etc.

De installaties van Laura Malpique (PT, 1993) zijn landschappen, studies van de grond en van door mensen gemaakte materialen. Ze ziet landschappen als systemen, die de bewoners ervan temmen. Ze creëert ze als gesprek over collectieve identiteit.

Het zoeken naar autonomie voedt Maarten Schuurmans (NL, 1979) werk. Hij gebruikt DIY (ofwel do it yourself) bij het creëren van podia voor het presenteren van zijn werk. Deze podia komen los van de ruimte en nodigen het publiek uit om in te stappen en erin te bewegen.

Robbert Weide (NL, 1975). De voortdurende drang naar iets nieuws, de nieuwsgierigheid en behoefte aan prikkels van de mens heeft een bepaalde verlorenheid. In zijn werk is Robbert op zoek naar het absurde in het alledaagse en naar contrasten in materiaal, grootte en betekenis. Het schone aanrecht, het vieze vaatdoekje.

Op een speelse maar nauwkeurige manier onderzoekt Suzie van Staaveren (NL, 1991) hoe objecten werken in hun omgeving. Soms modulair of interactief, vaak gerelateerd aan het functionele en tactiele, verwijzen de sculpturen bijna nooit naar iets anders dan zichzelf. Ze zijn het resultaat van logische stappen beïnvloed door mens en omgeving.

Wouter Klein Velderman (NL, 1979) maakt parallelle versies van dat wat al bestaat, vriendelijke familieleden van de dingen om ons heen, zorgvuldig opgebouwd uit stug kunststof: irrigatiebuizen van tyleen, bedekt met gesmolten PVC-doek.

De tentoonstelling Achtung! Spielplatz! wordt mede mogelijk gemaakt dankzij de financiële steun van de gemeente Haarlem.